1882 Anna van den Berghe, gravin-weduwe van Saerwerden, verbindt zich, als voogdes van haar neef Oiswailt, graaf van den Bergh, ter gedeeltelijke betaling van de 2000 goudguldens, haar door inlegering van Geldersche troepen afgedwongen voor den lijftocht van haar zuster van Vernenborch, aan Johan Splinter te zullen vergoeden, wat deze reeds betaald had in het vooruitzicht op de terugverkrijging van de Schenkenmaat, en aan Wessel van Arnhem teven te zullen terugbetalen, bij den wederinkoop van genoemd land, de verhooging, die deze tot behoud daarvan heeft gegeven boven de rente, verschuldigd volgens den brief van 1512 November 8 (reg. no. 1821), waardoor deze gestoken was.
In den jairren onss Heren duysent viiffhondert ind sestien up sunt Andries' avont des heiligen apostels.
Afschrift in Inv. no. 7302, fol. 11 verso.