AJC Algemeen
De oprichting van de AJC op 18 maart 1918 door het Komitee voor Jeugdontwikkeling was een gezamenlijk initiatief van de Sociaal-democratische Arbeiderspartij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). De AJC wilde de arbeidersjeugd zowel lichamelijk als geestelijk opvoeden en ontwikkelen en was de opvolger van de Jongelieden Organisaties van de SDAP. Er ontstond een typische AJC-stijl: men gebruikte geen alcohol en tabak, kleedde zich op specifieke wijze en had een eigen vrijetijdsbesteding. De AJC paste overduidelijk binnen de traditie van de sociaal-democratische strijdcultuur.
Daarnaast was de AJC ook actief op het politiek-culturele vlak. De enthousiaste jeugdleiders waren veelal uit onderwijzerskringen afkomstig. Met name voorzitter Koos Vorrink bleek een krachtige en bezielende figuur. Vorrink was niet alleen in Nederland een vooraanstaand sociaal-democraat, maar speelde ook een belangrijke rol in de internationale beweging.
Na een periode van bloei in de jaren twintig, kreeg ook de AJC te maken met de crisisjaren. De AJC concentreerde zich nu ook op kampen en werkprojecten voor werkloze jongeren. In oorlogstijd hief de AJC zich op. In 1945 werd ze direct weer opgericht en groeide het ledental snel. In de jaren '50 begon het ledental echter sterk terug te lopen. Tijdens het laatste congres van de AJC op 28 februari 1959 werd besloten de AJC op te heffen.
Kenmerken
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0901 Collectie Jo Beyers inzake de Afdeling Winterswijk van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), 1945-1963
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0901