306 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre etc., beleent Willem van der Leck, heer ten Berge en van Bylant, met het huis van den Berge, de Garthoff en het hoog en laag gericht van de stad van den Berge, het hoog en laag gericht van het kerspel Zeedem en van de buurschap Wiimborch met het vischrecht aldaar, den tiend te Ysenvorde en alle leenmannen en leengoed op het Ghoy, het hoog en laag gericht, de schaapswaren en het vischrecht te Netterden, het gericht te Elze, Wylhese, Goessensheze, genaamd de Spoelberch, Bruecheze en Hasseltt en alle verder hoog en laag gericht tusschen Embrich en den Berg met vrijgoederen, vrijlieden en leenmannen, alsmede het gruit- en muntrecht te Diederen op de Veluwen.
Gegeven in den jaren onss Heren dusent vierhundert ende soventhien op sente Geertruden dach der heiliger joncfrouwen.
Oorspr. (Inv. no. 2862), met het zegel van den oorkonder, in roode was.