2225 De Raad van den hertog, ridderschap en hoofdsteden van Gelre en Zutphen wijzen als vonnis in het geschil tusschen den graaf van den Bergh en den heer van Wyssch, 1e. dat Bergh weder in het bezit van half Wyssch zal gesteld worden, met bevoegdheid voor den heer van Wyssch, deeling te eischen; 2e. dat de heer van Wyssch zijn aandeel in de erfenis van jonker Frederik, heer tot Hedell, zal ontvangen; 3e. dat over de geleden schade later zal beslist worden; 4e. dat de wederzijds opgelegde brandschatting en dingtalen elkander zullen compenseren; 5e. dat aan partijgangers vergiffenis zal worden geschonken.
Geschiet op sencte Laurenssdach martiris anno Domini viiffthienhondert ind dartich.
a. Oorspr. op papier (Inv. no. 4718), met het opgedrukte secreetzegel der stad Arnhem, onder een ruit.
b. Afschrift (Inv. no. 4718).
c. Afschrift (Inv. no. 4746, bijlage K2).