Uw zoekacties: De mens en zien huus. Pagina: 5

Woordenboeken van de Achterhoekse en Liemerse dialecten (WALD), 1984-2010

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
De mens en zien huus. Pagina: 5
Titel:
Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse dialecten (WALD)
Ondertitel:
De mens en zien huus
Pagina:
5
Jaar van uitgave:
1984
Auteur:
Schaars, A.H.G.
TEN GELEIDE
Zes jaar geleden werden de eerste plannen voor het WOORDENBOEK VAN DE ACHTERHOEKSE EN LIEMERSE DIALECTEN gemaakt en nu verschijnt de eerste aflevering al. Het woordenboek kreeg al gauw de naam WALD naar de af- korting van de beginletters en die naam kreeg de voorkeur boven de volledige naam.
In de loop van deze eeuw zijn vele woordenboeken over streektalen verschenen. Eerst waren het alfabetisch geordende woordenverzamelingen, zoals het woordenboek van het Gelders-Overijssels van J.H.Gallée (1895), van het Zaans van G.J.Boekenoogen (1897) en van het Gronings van K. ter Laan (1929), om maar enkele voorbeelden te noemen. Later werd de woordenschat systematisch geordend, zoals in DRIE WATER- LANDSE DIALECTEN en WIERINGER LAND EN LEVEN IN DE TAAL. En daarna volgden de systematisch geordende woordenboeken als die van de BRABANT- SE, de LIMBURGSE en de VLAAMSE DIALECTEN. Het WALD is weer anders, omdat het, met de woorden en in de taal veel meer "vertelt" over doen en laten van de bewoners. Het is als een mozaïek; er kan een beeld van het leven van de mens en zijn omstandigheden opgebouwd worden met de woorden, de toelichtende tekst, de voorbeelden en de vele afbeeldingen. Daarom is de afkorting WALD beter: want, zo wordt niet alleen het begrip "woordenboek" verstopt, maar WALD is ook een woord waarmee je in de streektalen van het gebied kunt spelen. Men kent het woord namelijk in de betekenissen "woud" en "wereld".
Een onderdeel van deze wereld wordt gevormd door de beroepen en bedrij- ven: het werk van de mensen. Alleen oude beroepen hebben nog termen die een streektaal kunnen typeren. Maar, de beoefenaars van die oude beroe- pen zijn vaak ook oud en hun nakomelingen kennen het beroep en de termen niet meer, ondanks de vele braderieën met demonstraties van oude ambach- ten. Er is dus haast bij om de enkele nog levende klompenmaker en mandenvlechter te ondervragen. Ze zouden even graag willen helpen als de honderden bewoners in Achterhoek en Liemers en het buitengebied die geholpen hebben bij het verzamelen van de woorden, de citaten uit de literatuur en alle andere hand- en spandiensten. Maar, het schrijven van het boek, het ordenen van de gegevens, het uitzoeken van de foto's, het vervaardigen van de opmaak is het werk van maar één man. De vaktaal van de boer is reeds voor een deel afgevraagd, voor die van de klompenmaker, de rad- of wagenmaker, de imker, de mandenmaker/korvenvlechter, de eekschiller, de kuiper, de bakker, de molenaar/molenmaker, de smid en de koperslager zijn vragenlijsten opgesteld die al ten dele afgevraagd zijn. Maar, het materiaal had eigenlijk al binnen moeten zijn. In 1980 bij voorbeeld waren er in Varsseveld nog drie klompenmakers. Drie maanden later waren ze öf ziek öf overleden en de verzameling vaktaal- termen van de klompenmaker zal straks waarschijnlijk geen materiaal uit Varsseveld bevatten. Dit is slechts één voorbeeld om te laten zien dat er haast is bij de verzameling van het materiaal.
Het WALD heeft veel kunnen leren van de voorgangers met betrekking tot inhoud en ordening, maar de late start is een nadeel voor de volledig- heid van het materiaal. Het is echter een voordeel met het oog op de medewerking, want de dialectsprekers merken zelf dat er grote verande- ringen in hun taal plaatsgrijpen. Vooral daarom zijn velen graag bereid
J L V
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
 
 
 
Naar boven