0308 Gemeentebestuur Hummelo en Keppel, (1742) 1811-1939 (1991)

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de datering, omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere. Als de datering jaartallen tussen haakjes bevat, betekent dat dat er zich stukken in het archief bevinden die buiten de datering van het 'archiefblok' vallen.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De gemeente Hummelo en Keppel
Het gebied van de gemeente Hummelo en Keppel (vanaf 1-1-2005 onderdeel van de gemeente Bronckhorst) wordt gevormd door het vroegere richterambt Hummelo, de voormalige heerlijkheid Keppel en een deel van het oude richterambt van Doesburg.
Het richterambt Hummelo, dat samenviel met het gelijknamige kerspel, was tot 1795 een van de zes ambten van het landdrostambt Zutphen. De andere ambten waren Steenderen, Hengelo(G), Ruurlo, Zelhem en Doetinchem.
De heerlijkheid Keppel, waarvan het territoir slechts de naaste omgeving van het kasteel Keppel en het stadje Laag Keppel (of Keppel-Binnen) besloeg, was wat de lagere rechtspraak en de administratie betrof, tot 1795 een zelfstandig gebied. In 1795 werd zij, evenals de andere heerlijkheden in Gelderland, opgeheven.
Het gedeelte van het richterambt Doesburg, dat behoorde tot de gemeente Hummelo en Keppel, omvatte de kerspelen Drempt en Hoog Keppel, alsmede de buurtschap Eldrik.
Het andere gedeelte omvatte het kerspel Angerlo en de buurtschappen Beinum en Olburgen. Angerlo en Beinum gingen deel uitmaken van de gemeente Angerlo en Olburgen zou tot Steenderen gaan behoren.
Toen na de revolutie van 1795 het land een eenheidsstaat werd, kwam er wat de territoriale indeling van de ambten en heerlijkheden betrof, voorlopig geen verandering. Er vormden zich in de kerspelen voorlopig ' regeringen', welke als municipaliteiten het bestuur in handen namen.
Waar een ambtsbestuur had bestaan, dat meerdere kerspelen omvatte, werd dit afgezet waarna de taken werden overgenomen door municipaliteiten in de verschillende kerspelen. Dit was bijvoorbeeld het geval ten aanzien van het richterambt Doesburg, waar afzonderlijke besturen werden gevormd: Angerlo, Drempt en Hoog Keppel.
Ook in het richterambt Hummelo en de heerlijkheid Keppel traden municipaliteiten op, welke zich handhaafden tot 18 april 1798. Op die datum werden krachtens de staatsregeling alle municipaliteiten opgeheven en vervangen door 'gemeentebesturen'. Het grootste deel van het tegenwoordige Gelderland werd bij die staatsregeling ondergebracht bij het Departement van de Rijn.
In Hummelo werden op 18 april 1798 zogenaamde 'buurmeesters' aangesteld, die de bevoegdheden van de ontbonden municipaliteiten overnamen.
De reeds in 1795 opgeheven heerlijkheden Keppel, Didam, Westervoort en Bahr en Lathum werden geplaatst onder het 'gemeentebestuur van het gewezen richterambt van Doesburg'.
De staatsregeling van 1801 heeft aan deze in de praktijk zeer ondoelmatige indelingen een einde gemaakt. In oktober 1802 werd voor heel Gelderland de toestand hersteld zoals deze was voor 1795.
In de ambten behorende tot het gewezen Landdrostambt van Zutphen werden door de officier, zoals sinds 1795 de opvolger van de vroegere landdrost werd genoemd, in 1802 en 1803 richters aangesteld. Deze functionarissen kwamen dus in de plaats van de sinds 1798 fungerende burgemeesters.
De vroegere heerlijkheden werden wat hun territoir betreft als afzonderlijke ambten onder een drost of richter hersteld. Deze functionarissen werden door het departementaal bestuur benoemd. De indeling bleef ook tijdens het Koninkrijk Holland (1806-1810) in hoofdzaak gehandhaafd tot in 1810 het land door Napoleon bij Frankrijk werd ingelijfd.
In 1811, toen de Franse bestuursorganisatie werd ingevoerd. Kwamen ingrijpende veranderingen tot stand. Het ambt Doesburg, dat toen dus hetzelfde gebied besloeg als voor 1795, werd opgeheven. Angerlo, Bahr en Lathum en Giesbeek werden samengevoegd tot de mairie of commune Angerlo.
Drempt, Hoog Keppel, Olburgen en Eldrik werden verenigd met Laag Keppel tot de commune Keppel.
Beide communes maakten samen met de commune (stad) Doesburg en Steenderen deel uit van het kanton Doesburg van het arrondissement Zutphen van het Departement van de Boven-IJssel.
Het vroegere ambt Hummelo werd met het voormalige ambt van Doetinchem verenigd tot de commune Hummelo. Het toegevoegd gebied omvatte de buurtschappen Langerak, Dichteren, Slangenburg, Oosseld, IJzevoorde en Gaanderen. De commune Hummelo vormde met die van Doetinchem (stad) en Zelhem het kanton Doetinchem.
Aan deze bestuursorganisatie kwam een eind door de inwerkingtreding van de reglementen op het bestuur van steden en platteland, respectievelijk vastgesteld bij KB van 5 november 1815 en 11 februari 1817.
Het laatstgenoemde reglement bepaalde onder meer dat het platteland van Gelderland werd verdeeld in 17 districten of hoofdschoutambten, welke 107 gemeenten of schoutambten omvatten.
Van de gemeente Hummelo werd in 1817 het gebied van het voormalige ambt van Doetinchem afgescheiden en tot een afzonderlijk schoutambt gemaakt.
De buurtschap Olburgen werd afgescheiden van de gemeente Keppel en onder het schoutambt Steenderen gebracht.
Beide aldus verkleinde gemeenten werden samengevoegd tot het schoutambt Hummelo en Keppel, dat met ingang van 1 januari 1818 begon te functioneren. De begrenzing van het in 1817 gevormde schoutambt is gehandhaafd tot de gemeentelijke herindeling van 1-1-2005.
De reglementen op het bestuur der steden en het bestuur van het platteland werden achtereenvolgens bij KB van 8 januari 1824 en 23 juli 1825 vervangen door nieuwe reglementen. Het platteland bleef verdeeld in districten, welke een aantal gemeenten omvatten. De schout ging voortaan 'burgemeester' heten.
Er volgde in 1837 een herindeling van de districten. Bij de invoering van de Provinciale Wet en de Gemeentewet kwam een einde aan deze indeling.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1811-1939
Toegang:
Inventaris
Auteur:
J. Gervers, P. Bresser, H.G. Nijman
Gemeente:
Bronckhorst
Omvang:
96,125
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0308 Gemeentebestuur Hummelo en Keppel, (1742) 1811-1939 (1991)
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0308
Trefwoorden:
 
 
 
Naar boven