1 Gerowardus, zoon van Luidwardus, schenkt aan de kerk van St. Martinus in Trajectum Vetus hetgeen hij geërfd heeft in de villa Heze, Langare en in Elleminck, Aladna, Wazefelde, Humelle, Theodon en Asnon met bijbehorende goederen en 40 hoorigen.
Acta autem sunt haec anno incarnationis Dominicae DCCCCXXVIII die VII Idus Februarii anno quinto decimo imperii domini Ludovici piissimi imperatoris publice in villa Embrica coram etc.
a. Afschrift in Inv. no. 744 bijlage D.

2 Keizer Otto neemt op verzoek van graaf Wichmannus en diens dochter Luitgarda, abdis, het door dezen gestichte klooster St. Vitus martelaar te Eltena in bescherming, onder toekenning van de vrije keuze der abdis, van immuniteit en van tol op de vischvangst in de gouw Saon en in de Isla, genaamd de Habedol.
Datum 19 Calendas Januarii anno Dominicae incarnationis DCCCCLXXX indictione 8 anno regni 20 imperii vero 12 ; actum Noviomagi.
Afschrift in de 18de eeuw (Inv. no. 4898).

3 Keizer Otto kent, na beslissing der geschillen van Baldericus en diens echtgenoote Adela met het klooster St. Vitus in Altenis, aan het klooster o.m. toe: Helton, Furnon, Vorithusen, de helft van Embrica, van Hamme, van Arhne, van Redingen, Aspel, de helft van Tornika, van Herveldt, van Leyde, van Thule, van Malime, van Brummen, van Oelberg, van Rahte, van Huinge, van Thelde, van Tryende, van Pulte en de wouden Steenwaldt, in Offet, Wichmoet en Subort met jachtrecht tevens in het woud, waar Eltica is gebouwd; aan Baldericus: de hoven Rynhare, Helchambeli, Luithusen en Reckle, benevens aan het klooster de goederen in Nardinckland, Urck, Barbaurgt, e.a. en wat de abdis heeft in de 4 graafschappen Hunesso, Fualge, Merime, Micheta, den vischtol in de gouw Salon en de Isla, gend. Hachdol.
Datum 15 Calendas Junii anno 997.
Afschrift (Inv. no. 4898).

4 Wilhelmus, bisschop van Traiectum, verklaart, dat de geschillen tusschen zijn voorgangers en de heeren van Zutphania aldus zijn bijgelegd, dat hij aan graaf Gotscalcus, diens vrouw Adelhayde en hun zoons Gerhardus en Otto den tiend van Lochemum en dien over de siellanden in het geheele bisdom, ten behoeve van de kanunniken in Zutphania heeft overgedragen, waartegenover hij in ruil ontvangt 20 mancipia en 10 mansen te Dulder en elders, terwijl hij aan de kerk van St. Walburgis in Zutphania overdraagt de tienden van de waarden en aanwassen in den Ryne van Arnhem naar Daventria, benevens den ban over hare goederen.
Anno ab incarnatione Domini millesimo LVIIII, indictione XII, quinto anno regni Henrici regis hec facta sunt.
Gevidimeerd in den brief van 1339 September 17 (reg. no. 86).