Het rekeningjaar loopt van heiligendag tot heiligendag door van het ene kalenderjaar in het andere. Men is daarin niet konsekwent. In 1481 begint de rekening op St. Matthijsdag (24 februari), in 1483 op 'Gertruydendach' (St. Gertrudis, 17 maart), in 1484 op 'Sonnendages to Vastavent'. De rekening van 1504/1505 bevat gewone ontvangsten op St. Maarten 1504 (11 nov.), St. Peter 1505 (22 feb.) en 1 mei 1505; ontvangen renten op St. Maarten 1505, St. Peter 1506, 1 mei 1506; uitgaven vanaf St. Maarten 1505. In de zeventiende en achttiende eeuw rekende men meestal vanaf Petri ad Cathedram, de laatste week van februari of de eerste week van maart. Vanaf 1610 is de indeling ordelijker, de afhoring regelmatiger. In 1782 en 1783 lijkt men het rekeningjaar gelijk te willen stellen met het kalenderjaar, maar is daarin (gelet op de uitloop na 1 januari van ontvangsten en uitgaven) niet voortgegaan. T/m 1811/1812 liep het rekeningjaar vanaf Petri ad Cathedram (22 februari).
Kenmerken
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0261 Stadsbestuur Doetinchem, 1341-1811
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0261