Uw zoekacties: De mens, deel B. Pagina: 17

Woordenboeken van de Achterhoekse en Liemerse dialecten (WALD), 1984-2010

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
De mens, deel B. Pagina: 17
Titel:
Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse dialecten (WALD)
Ondertitel:
De mens, deel B
Pagina:
17
Deel:
B
Jaar van uitgave:
1996
Auteur:
Schaars, A.H.G.
SNAAIEN Snaaien is stiekem wat nemmen wa'j op könt etten.
01 SNAAIEN Gor, Harf, Eef, Wich, Ruu, Loch, Lar, Bor, Gees, Eib, Groen, Win, Vars, Kep / Pan 1988 [Telge 7, 128].
02 SNEUJEN: War, Lar, Lich, Meg, Hen II Mar.
03 SNUJEN: Zei, Doet, Ste. 04 SNAÖJE(N): Wehl, sHe, Zed / Pan 1988 [Telge 7, 128].
O kieskauwer I "ene dén zit te pluzen" 03 ()
• kauwe(n) 03 't Standaardnederlandse woord kieskauwer
(in twee betekenissen) kump veurnamelek in 't westen van onze streek veur. 't Stan- daardnederlandse
warkwoord kauwen is
speciaal op-egeven deur de metwarkers uut de Zuudoosteleke
Liem.
03 KAUWE(N): Doet, Lat, Wesv, Zev, Pan, Lob II Elt.
04 KOEWEN: / Acht 1895 [Telge 2, 70]. II knauwe: Kle.
Dre: l-j mot goed kewwen veurda'j sloekt. Pan 1988: De erappele 'n knauw meer geve "langer dan normaal op de aardappels kau- wen omdat ze niet gaar zijn" [Telge 7, 68; ok: Vars 1985 (Telge 6, 180)]. Acht-Tw 1948: KAZEN "niet flink happen, maar met de kiezen een beetje bewegen langs het voedsel" [Wanink 1, 119]. No Acht 1883: MUMMELEN: "(in 't bijzon- der gezegd van oude mensen) de mond en de kaken bewegen om te kauwen" [Telge 4, 71; ok: Acht 1882 [Telge 2, 88]; MUMMELE: sHe 1901 (Telge 4, 103)]. Acht-Tw 1948: MOMMEN "(spijzen als brood) vooraf zacht maken door er (voor kleine kinderen) op te kauwen" [Wanink 1, 144]. Win 1971: HOWWELEN "sterk kauwend uit de mond wegmoffelen". Hee howweln häös- teg ne brokken weg en slook zik haoste vaste. OPKNOEVEN "met grote happen op- eten" [Deunk 1, 98, 166].
ÏÏ 272
05 SNOEPE(N): Gor, Wich, Din, Gen, Net, Vars, Sil, Doet, Gaa, Hen, Ang II Emm, Elt, Kle.
kieskauwer II "ene dén met lange tande et" 06
06 SNOPEN: Lar, Zwi, Bor, Nee, Eib, Rek, Bel, Win II Vre, Ram, Hei.
07 SNUPEN: Does. 08 SNOLLE: Zev, Lob. 09 SLIKKEREN: Harf, Win II Ges. 10 RATSEN: Voo. 11 GREUNZELEN: Harv. 12 REUPEN: Key. 13 AN DE KOEKJES ZITTE(N): Alm, Aal, Wesd, Baa, Tol, Does, Lat, Wesv, Did, Sto, Pan II Wilp, Bat, Mar.
14 BIE DE KOEKJES ZITTE(N): Nee II Bat.
Din: Snoepen, met een oe as in 't Stan- daardnederlandse woord boer. Rek: Vrogger zaenn ze: De kindere snoopt van de möpkes; noo: de kindere zit bie de keukskestromme. Wín: De blagen zittet an de keukskes te snaaiene. Lob: De kiendere zitte van de pleskes te snolle. Key: De kinder zit an de kuukskes te reu- pen. Loch: A'j snaait, et ie onderdoems. [ON- DERDOEMS]. Aal: Wat zit i-j daor stille te moezen. [MOE- ZEN].
Win: 'n Kind wat geerne en völle slikkert, is 'n SLIKKERKONTE, SLIKKERGAT of SLIK- KERTRIENE.
SMIKKELEN Smikkelen doo'j a'j lekker et. Veural bie 10- 12 spölt völle etten ok 'n rolle.
01 SMIKKELE(N): Gor, Harf, Eef, Vor, Lar, Zwi, Bor, Gels, Eib, Rek, Aal, Bre, Voo,
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
 
 
 
Naar boven