Uw zoekacties: De mens, deel C. Pagina: 28

Woordenboeken van de Achterhoekse en Liemerse dialecten (WALD), 1984-2010

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
De mens, deel C. Pagina: 28
Titel:
Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse dialecten (WALD)
Ondertitel:
De mens, deel C
Pagina:
28
Deel:
C
Jaar van uitgave:
2001
Auteur:
Schaars, A.H.G.
Umg Doet 1816: Gartjan: "Smiet oe dale; vertel mie wat van oeluu daoden; ik male op niks anders" [Staring 1, 60]. Vars 1985: Hè hè, van de bene dat röst [Telge 6, 38]. [ROSTEN]. Win 1976: "Van de bene dat röst", zae de keerl, doo genk e op de knene liggen pissen [Aessink 4, 57].
Acht-Tw 1948: 'k Hebbe 'n bot in 't been "schertsend gezegd tegen kinderen als men niet wil gaan zitten" [Wanink 1, 80].
Win 1971: GEZIT "vaste zitplaats, inz. in de kerk" [Deunk 1, 74].
•"'Niet stil kunnen zitten ":
01 GIN ZIT IN DE KONT HEMME: /sHe 1982 [Telge 3, 83].
02 GIN RÖS IN DE KONT HEMME: / sHe 1982 [Telge 3, 83].
Eib voor 1973: Hee hef ne bisvlege onder den stat zitten "hij kan geen moment stil zitten" [H. Odink 3, 30].
Win 1971: WAERPAOL "iemand die niet stil kan zitten" [Deunk 1, 275]. Did 1939: RARE SPRINKHAAN "iemand die erg beweeglijk is en daarbij graag vreemde grappen maakt" [Vr A'dam 7, 13].
WIPPEN "onrustig (op een stoel) zitten"
01 WIPPE(N): Acht, Liem | | Bat. 02 WIPKEN: Nee, Aal. 03 'WIPKEREN: Loch. 04 WIEBELE(N): Gor, Bel, Groen, Bre, Din, Gen, Voo, Vars, Wehl, Pan.
05 (HEN EN WEER) WIEMELE(N): Groen, Gaa, Zev / Acht 1882 [Telge 2,151], sHe 1982 [Telge 3, 173].
06 WOEPERE: Zed/sHe 1982 [Telge3,174]. 07 RUILE(N): Vor, Gees, Aal, Voo, Vars, Wesv, Zed.
08 GREILE(N): Ulf, Doet, Zed, Aze/sHe 1982 [Telge 3, ], Pan 1988 [Telge 7, 44], Gen 1999 [Telge 12, 64] || Emm.
09 REILE: sHe 1982 [Telge 3, 123]. 10 WUPKEN: Ruu, Win. 11 WUPPEN: Aal. 12 HUPKEN: Win. 13 RI-JE: Wesv, Did. 14 RIEJEN: Eef. 15 REUPELE: Lob. 16 REPPELEN: Gor. 17 RENGELEN: Din, Zed. 18 HOPSEN: Gor. 19 SCHRIENEN:/Lieh 1991 [Telge 8, 106].
Vars: Wiebelen is onrusteger as ruilen urn- dat 't kortere bewaegingen bunt. Bor: Pietje, zit neet zo op den stool te wip- pen, hee hef veer peute. Doet: Pietje, zit niet op ow stoel te greilen. Did: Pietje, zit niet zo op de stoel te ri-je. Eef: As de lui wollen zitten, dan zetten ze de stoel met de lönnink tegen de mure en de bene op de sportels; dat moch neet want dan zat iej ok te riejen. sHe 1982: Zit niet op dén stoel te reile/greile. Wat zit ie toch op de stoel te woepere, mo'j naor de wc? [Telge 3, /123/174]. Lich 1991: Lig neet te schrienn; zit toch stille [Telge 8, 106].
Aal 1964: GEJIKKER "het op en neer bewe- gen van kinderen" [Rots 1, 14].
SCHOEVEN "(op een stoel) (heen en weer) schuiven"
01 SCHOEVE(N): Acht; Gen, Meg, Wehl, Zed, Sto | | Wilp, Bat, Mar, Haak, Vre, Ges.
'n Waerpao! 02 SCHUVE: Groes, Zev, Lob | | Kle. 11" 563
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
 
 
 
Naar boven