Oer 53 (uitgave oktober 2024)
Deze editie start met het verhaal over Frederik Andreas (Frits) Kunst. De vader van Frits start eind negentiende eeuw een leerbewerkingsbedrijf in Terborg. Frits treedt in zijn vaders voetsporen als hij in 1922 in de oude smederij in de Hooge Molenstraat in Doetinchem start met de fabricage van lederwaren. In hetzelfde jaar opent hij een lederwarenwinkel in de Boliestraat. Rond diezelfde tijd zien Mozes de Wolff en vader en zoon Salli en Salomon Gokkes in Doetinchem en Carel Engelbert Julius Röntgen in Zutphen, door de afschaffing van accijns op inlandse vruchtenwijnen, volop mogelijkheden om cider te verkopen in Nederland.
Verder terug in de tijd, al vanaf de middeleeuwen, vormde de Berkel een belangrijke handelsroute voor met name Zutphen. Verschillende Berkelcompagnieën probeerden de rivier bevaarbaar te houden. In het midden van de 18e eeuw werd in dat kader de rivier in kaart gebracht. Het resultaat is twee meterslange kaarten waarop de Berkel tot in detail is weergegeven. Op basis hiervan werden verbeterplannen gemaakt die lang in de la bleven liggen. Zó lang dat de scheepvaart dusdanig haar betekenis verloor en van de plannen niets meer terechtkwam.
In deze editie van Oer staat verder het tweede deel over de nieuwsprenten van de inname van Maurits in 1591 van Zutphen door Anne de Jong, schetst Wilke Schram de geschiedenis van De Mars eveneens in Zutphen, duikt Wouter Derksen in het oeuvre van de Steenderense kunstschilder Tineke Roorda en blikt Mirjam van Velzen met enkele oud-leerlingen terug op hun tijd op de Nijverheidsschool in Lochem. Tot slot interviewde Sander Grootendorst Bert Scheuter uit Varsseveld, de net 70 geworden columnist (van de Gelderlander) en dichter.